​​
Actueel

FD: Staat moet ICT niet alleen steunen, maar ook omarmen

De Nederlandse overheid investeert flink in ICT-onderzoek en innovatie. Op 5 oktober 2015 maakte het ministerie van Economische Zaken bekend dat de komende twee jaar € 40 mln extra beschikbaar komt voor met name de ontwikkelingen van nieuwe ICT-toepassingen. De creatieve sector moet binnen deze regeling een grote rol gaan spelen in het ontwikkelen van nieuwe diensten en producten.

Binnen het topsectorenbeleid wordt de komende twee jaar nog eens € 84 mln geïnvesteerd in het versterken van de kennisbasis van de creatieve industrie, waar vooral veel aandacht is voor de potentie van digitale media voor sectoren als de gezondheidszorg en de detailhandel. Als eigenaar van een digitaal bureau en lid van de Dutch Creative Council ben ik heel blij met deze aandacht en steun vanuit de overheid voor het verder ontwikkelen van de creatieve industrie, maar als eigenwijze ondernemer ben ik ook sceptisch over dergelijke subsidietrajecten.

Met een gecombineerde omzet van € 381 mln in 2014 werken de Dutch Digital Agencies (DDA) voor nationale en internationale bedrijven als Adidas, Heineken, KLM, Philips en Google aan digitale platformen, e-commerce-toepassingen en online campagnes.

De kennis en knowhow van deze sector — die ook binnen het topsectorenbeleid wordt erkend en ondersteund — wordt bij de overheid nauwelijks ingezet. En dat is jammer. De overheid spendeert jaarlijks voor miljarden aan digitale projecten, maar niet bij de bureaus die in het Nederlandse bedrijfsleven de dienst uit maken. Er is dus een enorme mismatch tussen de digitale bureaus waarmee het Nederlandse bedrijfsleven zaken doet en de partijen waarmee de overheid werkt. En dat is slecht voor de digitale industrie en slecht voor de overheid.

Naar schatting van de tijdelijke onderzoekscommissie ‘ICT-projecten bij de overheid’ van de Tweede Kamer (de commissie-Elias) verspilt de overheid jaarlijks tussen de € 1 mrd en € 5 mrd aan ICT-gerelateerde projecten. Een bedrag dat vele malen groter is dan de totale omzet van alle DDA-bureaus tezamen.

Een ontluisterend voorbeeld van overheidsfalen op het gebied van ICT is het centrale platform van het Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen (UWV), bekend onder de naam werk.nl. Dit platform heeft sinds 2002 een groot deel van het jaarlijkse automatiseringsbudget van € 250 mln van het UWV opgeslokt. Ondanks deze hoge investeringen heeft werk.nl volgens de tijdelijke onderzoekscommisie ‘ICT-projecten bij de overheid’ van de Tweede Kamer jarenlang problemen gekend en zelfs tot maatschappelijke onrust geleid.

Hoe kan het dat een succesvolle, groeiende bedrijfstak, waar de overheid zelf via allerlei innovatieregelingen geld in investeert, bij diezelfde overheid nauwelijks aan bod komt?

De eerste reden kunnen we vinden bij de bedrijven zelf. Een gemiddeld DDA-bureau is een typische onderneming in het midden- en kleinbedrijf met een gemiddeld brutoresultaat van ongeveer € 5,5 mln euro en het equivalent van 48 voltijdsbanen in dienst in 2015. Voor dergelijke kleinere organisaties is het bijna onmogelijk om mee te doen aan de ingewikkelde aanbestedingsprocedures van de overheid. De processen zijn lang, te ingewikkeld en veelal onbereikbaar voor mkb-leveranciers.

Ook sluit het productieproces niet aan bij de manier waarop digitale bureaus werken. In het bedrijfsleven zijn we gewend om gefaseerd op te leveren, waarbij een eerste versie wordt gelanceerd en getest voordat er verder wordt gebouwd aan nieuwe functionaliteiten. Overheidstenders ondersteunen die gefaseerde manier van werken niet, terwijl dit juist de oplossing kan zijn voor de enorme budget- en deadlineoverschrijdingen.

Het zou in dat licht interessant zijn om eens te kijken naar Groot-Brittannië, waar onder het zogeheten ‘Digital Service Framework’ overheden in staat worden gesteld om met een groot aantal digitale leveranciers te werken op een dergelijke stapsgewijze manier, gebaseerd op het ‘Agile Manifesto’.

Daarnaast zijn aanbestedingsprocedures vaak heel specifiek, waardoor er geen ruimte is voor creatieve ideeën en input vanuit de bureaus. Er worden IT-achtige procedures aangehouden die geen ruimte bieden om creatieve en innovatieve oplossingen te bieden. Bij commerciële opdrachtgevers worden bureaus juist gevraagd vanwege hun creatieve input. Creativiteit is de kern van hun innovatiekracht en de reden waarom ze het als sector goed doen in het binnen- en buitenland.

Als de overheid de digitale industrie echt wil ondersteunen, dan stel ik voor dat de miljarden die nu jaarlijks verspild worden binnen ICT-projecten, aanbesteed worden bij de juiste bureaus. Dan vertienvoudigt de hele digitale branche en krijgt de overheid websites, apps en online campagnes die wel werken. Zo wordt Nederland gelijk op de kaart gezet als creatief, digitaal en innovatief land.

[Voetnoot:] Victor Knaap is ceo van Media­Monks en lid van de Dutch Creative Council. MediaMonks is het grootste digitale productiebureau van Europa met kantoren in Hilversum, Londen, New York, Los Angeles, Singapore en Dubai. De Dutch Creative Council is de onafhankelijke strategische adviesraad van en voor de creatieve industrie.