Dutch Creative Council reageert op cultuurvisie minister Bussemaker

Wij omarmen als Council de Cultuurvisiebrief en herkennen onze standpunten erin. We hebben het gevoel dat er de goede dingen in staan. Bussemaker heeft ook echt een geïntegreerde opvatting van cultuur. Je merkt daarin dat zij minister van onderwijs, én cultuur, én wetenschap is. Dat is een groot goed, als iemand kan schakelen en verbinden tussen die verschillende onderwerpen.

Het algemene geluid dat uit onze discussie tijdens de Council Meeting kwam, is dat heel veel dingen al goed verwoord zijn, maar nog wel impliciet. Na sommige punten denk je: en dan? Wat nu?
Tegelijkertijd was de conclusie van onze discussie dat het eigenlijk heel goed is dat sommige dingen impliciet gelaten worden. Wij hebben besloten haar, in een brief, te antwoorden. Op alle actiepunten die zij noemt willen wij per onderdeel en heel concreet haar een weg tonen.

Creativiteit in onderwijs
Cultuuronderwijs is daar een voorbeeld van. Daarvan zegt Bussemaker: cultuur meer integreren in onderwijs en terugbrengen van cultuur in vooral primair en voortgezet onderwijs, maar dan wel op een innovatieve manier.
Wij gaan haar een aantal handreikingen doen door te zeggen: wij kennen mensen die daarbij kunnen helpen. Wij zouden heel graag zien dat creativiteit in denken en doen in de gehele keten van onderwijs een standaard onderdeel is. Soms kunnen we dat koppelen aan technologie en innovatie, soms kunnen we dat koppelen aan zingeving en aan ‘Bildung’ - dat ligt ook een beetje aan het niveau van het onderwijs.
Maar het feit dat je de noodzaak van cultuur en creativiteit benadrukt, betekent dat je heel concreet voorstellen kunt doen voor een ander soort curriculum. Dat kan bijvoorbeeld ook een voorstel zijn over hoe je docenten weer zou kunnen opleiden om dit mogelijk te maken.

Vakmensen bijdragen
De Council zit overigens absoluut niet in de rol dat wij zeggen: jullie moeten dit doen. Wat wij vooral kunnen doen is signaleren, adviseren en vragen: wat kunnen wij bijdragen? Dat kan heel concreet zijn, door vakmensen aan te dragen. We kunnen ook zeggen: in onze sector kun je echt mensen vinden die bereid zijn om met het onderwijs mee te denken. Professionals uit de praktijk, de creatieve industrie en het bedrijfsleven die vanuit een ander perspectief kijken en denken. En samen met de vakmensen uit het onderwijs tot nieuwe inzichten en oplossingen kunnen komen.

Maatschappelijke dialoog faciliteren
Een ander belangrijk onderwerp dat Bussemaker benoemt is maatschappelijke dialoog; haar brief is daar ook een oproep toe. Eigenlijk zijn wij daar voortdurend mee bezig: wat voor ontmoetingen zou je moeten faciliteren om een intensievere dialoog tussen het bedrijfsleven en de kennisinstellingen te krijgen? Misschien kunnen we dat samen doen. Wij doen dat om dat we de sector willen bedienen, maar wat als je daar een groter gremium bij kan betrekken, waarbij je heel direct handvatten creëert voor OCW en dit beleid om echt ook onderdeel te zijn van die maatschappelijke dialoog? Zodat je ook heel direct het signaal en het geluid vanuit de industrie kan laten horen.

Geloven in kansen
De Council is een strategische adviesraad die dat geluid van de creatieve industrie moet laten horen, maar er ook voor de creatieve industrie is. Om dicht bij een sector te blijven, moet je echt op behoeftes en vragen gaan zitten. Wat is nou echt belangrijk? Wat leeft er in de sector? Bij welke thema’s zit de urgentie?
Daarin gaan wij de minister ook adviseren. Het ontbreekt ons niet aan goede ideeën, maar er zit heel weinig geld in en het is een club mensen die hier met heel veel passie in hun vrije tijd mee bezig zijn. Als je met vereende krachten aan de slag gaat, kun je veel bereiken. Die coöperatieve gedachte zie je ook terug in de brief. Ze heeft met veel goede mensen gepraat en de belangrijke signalen opgepikt. Maar daarnaast gaat het er ook om dat zij zelf daar echt in gelooft. Beleid maken of adviezen geven, dat doe je omdat je echt gelooft dat daar een kans ligt. Wij gaan haar helpen om er iets goeds van te maken.